Finance 2015
Inleiding
De jaarrekening 2015 treft u aan in het bovenstaande pdf-bestand. Het betreft een transparante verantwoording van onze financiële verrichtingen ter verwezenlijking van onze doelstelling, zijnde: de bevordering van sportiviteit, duurzame vitaliteit en welzijn van spoorwegmedewerkers. Een verkorte en toelichtende beschrijving van deze jaarrekening treft u hieronder aan.
Resultaat
Railsport realiseert ten opzichte van het voorgaande jaar een nagenoeg gelijk resultaat en daarmee sluiten beide jaren goed op elkaar aan, waarmee een stabiele bedrijfsvoering getoond wordt.
Het behaalde (positieve) resultaat is weliswaar in klinkende munt gering, maar uitgaande van een vooraf negatief gesteld begrotingsbedrag van € 19.937 groot, mag dit resultaat als meer dan positief beschouwd worden.
2015 | € 1.650
2014 | € -1.408
Opbrengsten
Railsport kent verschillende financieringsstromen middels subsidiëring door onze stakeholders, waaronder alle bedrijven binnen de Sociale Eenheid NS, aangevuld met Lloyd's Register Rail Europe, NPC-DHV Rail, Railinfra Opleidingen en Tribase. De Sociale Eenheid NS is hiervan de meest bepalende met een subsidiebedrag van € 748.759 groot.
Daarnaast zijn er geldstromen afkomstig uit bedrijfsactiviteiten met een additioneel karakter. Dit zijn evenementen die in opdracht worden uitgevoerd, waarbij de opdrachtgever alle kosten voor haar rekening neemt.
Alle financieringsstromen tezamen vormen een netto inkomstenstroom van € 1.244.432 totaal.
2015 | € 1.244.432
2014 | € 1.183.418
Toelichting lagere opbrengsten: De opbrengsten zijn lager dan het voorgaande jaar, omdat wij minder inkomsten hebben ontvangen vanuit onze stakeholders vanwege personele reducties en omdat onze kosten voor de realisatie van de events hoger zijn geworden, mede door de realisatie van de tweejaarlijkse Railsportdag. Ter compensatie hebben wij kosten weten te besparen op de inkoop van onze eventlocaties en zijn de bedrijfslasten lager uitgevallen door dit jaar zo optimaal mogelijk gebruik te maken van onze incourante voorraden alsook de inzet van reservematerialen.
Locatiekosten en eventmiddelen (directe toerekening)
Het betreft hier voornamelijk de inzet van derden en het gebruik van externe locaties en materialen, nodig voor de realisatie van onze nationale, internationale en additionele events.
Deze post kent een reductie door de onverwachte annulering van het event Dutch Waterdreams in Zoetermeer, vanwege de sluiting van deze locatie door faillissement. De aankondiging hiervan lag zo kort op de realisatiedatum van dit event, dat wij geen alternatief meer konden bieden.
2015 | € 501.528
2014 | € 460.688
Realisatiekosten events (directe toerekening)
De eventrealisatie bestaat grotendeels uit de personele kosten welke direct gerelateerd zijn aan ontwikkeling en de uitvoering van de events. Door inzet van eigen medewerkers voeren wij zelf de regie waar het gaat om kostenbeheersing en kwaliteitbeheer van onze events en activiteiten.
Deze post kent een begrootte verhoging van 5,9 procent ten opzichte van voorgaand jaar. De noodzaak hiertoe lag en ligt in de structurele opvang van personele capaciteitlacunes, ontstaan door op elkaar opvolgende zwangerschappen dit jaar als ook het komende jaar. Daarbij hebben wij dit jaar extra capaciteit moeten aanwenden voor de realisatie van de tweejaarlijkse Railsportdag.
2015 | € 571.728
2014 | € 539.521
Interne organisatiekosten (bedrijfslasten, w.o. huisvesting)
Deze post is lager ten opzichte van het voorgaande jaar, omdat wij dit jaar o.a. onze voorraden optimaal benut hebben, door (waar mogelijk) gebruik te maken van restanten en reservematerialen. Het betreft hier uiteraard geen structurele verlaging. Echter, hebben wij onze voorraden niet gekannibaliseerd, maar daar aangevuld waar nodig, waardoor er komend jaar geen extra investering nodig is om de voorraden op peil te krijgen / te houden.
2015 | € 169.526
2014 | € 181.220
Afschrijvingen en investeringen
Dit jaar zijn de investeringen beperkt gebleven tot € 10.391,- voornamelijk de aanschaf van materialen nodig voor de realisering van het Be Fit programma. Dit programma is volledig in eigen beheer ontwikkeld en gerealieerd en besloten is om dit programma een vaste positie te geven binnen het Railsport programma voor de komende jaren. Hierdoor biedt de aanschaf van de hiervoor benodigde materialen een economisch voordeel ten opzichte van frequente inhuur.
De post afschrijvingen is ten opzichte van het voorgaande jaar met 11 procent verhoogd, vanwege bovengenoemde investering, maar ook door de aanschaf van de bedrijfsauto in september vorig jaar, die dit jaar voor het eerst voor het volledige tijdvak van 12 maanden is doorbelast.
2015 | € 41.263
2014 | € 37.153
Eigen vermogen
Het resultaat van 2015 toegevoegd aan de algemene reserve. De reserve komt daarmee op een totaal van € 492.873. Daarmee passend binnen de richtlijn continuïteitsreserve zoals hieronder gesteld.
2015 | € 494.523
2014 | € 492.873
Transparantie
Als relatief kleine onderneming met een belangrijke dienstverlenende en ondersteunende rol in de omgeving van de Nederlandse spoorwegbedrijven onderschrijft Railsport het belang van openheid en transparantie.
Railsport hanteert hiertoe een (financieel) controlesysteem, bedoeld om het risico van het niet behalen van de bedrijfsdoelstellingen dan wel dat deze in financiële zin worden overschreden, te beperken. Risico en realisatiebeoordelingen vormen dan ook een integraal onderdeel van de kwartaal- en eindejaar bijeenkomsten tussen bestuur en directie.
De financiële uitkomsten worden jaarlijks getoetst door een externe accountant en vastgesteld door het bestuur. Vervolgens worden de jaargegevens ter rekening en verantwoording gepresenteerd aan de directie van NS Personeel en Organisatie.
Code en richtlijn continuïteitsreserve
De brancheorganisatie VFI (Vereniging Fondswervende Instellingen) heeft codes en richtlijnen opgesteld met betrekking tot de basiswaarden van een stichtings-/organisatiedoel: respect, openheid, betrouwbaarheid en kwaliteit. De code 'goed bestuur', ook wel code Wijffels genoemd, is hierin opgenomen.
De code gaat over het besturen, het houden van toezicht, het afleggen van verantwoording en een goede omgang met alle belangrijke relaties van de stichting (donateurs, vrijwilligers, de begunstigden, enz.). De VFI richtlijnen geven o.a. aan hoe financieel gehandeld dient te worden, waaronder de regeling die gaat over financiële reserves in het algemeen en continuïteitsreserve in het bijzonder.
Een continuïteitsreserve wordt gevormd voor de dekking van risico’s op korte termijn en om zeker te stellen dat de stichting ook in de toekomst aan haar verplichtingen kan voldoen. Voor de continuïteitsreserve is binnen de VFI richtlijnen een maximum gesteld van 1,5 maal de jaarlijkse kosten van de werkorganisatie.
De reserve moet zijn gebaseerd op een analyse van de specifieke risico’s en de periode waarvoor de instelling deze wil afdekken. Daarnaast moet de instelling vooraf vastleggen welke maatregelen zij neemt om deze risico’s te beheersen of uit te sluiten. Deze analyse moet worden bekrachtigd door het bestuur of de raad van toezicht van de instelling.