Finance 2014
Inleiding
Railsport realiseerde ten opzichte van 2013 lagere opbrengsten, vooral wegens het wegvallen van de extra inkomsten vanuit de tijdelijke actie van de zorgverzekeraar CZ alsook de lichte stijging van kosten derden en de bedrijfslasten. Deze lagere opbrengsten waren voorafgaand ingecalculeerd binnen de begroting 2014 en als zodanig ook vastgesteld.
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten
Het financiële resultaat in 2014 is met € -1.408 negatief uitgevallen. In verhouding met de vastgestelde begroting 2014, waarin een negatief resultaat van € -23.561 was voorzien, mag dit gerealiseerde negatieve resultaat als positief gesteld worden. Daar Railsport geen winstoogmerk heeft, past dit resultaat keurig binnen de financieel gestelde kaders.
Het afwijkende resultaat ten opzichte van het voorgaande jaar is toe te schrijven aan de verminderde additionele inkomsten, waaronder het wegvallen van de zorgverzekeraarsactie. Een inkomstenbron waarop Railsport geen invloed heeft, omdat hierop een reactief beleid wordt gevoerd.
Investeringen
Dit jaar is geïnvesteerd in een hekwerk rondom het pand van Railsport, waardoor het pand alsook de transportmiddelen op het eigen terrein een betere bescherming hebben gekregen tegen diefstal en vernieling. Daarbij is de overlast van hangjongeren niet langer aanwezig.
Een bestelbus heeft na 10 jaar trouwe dienst plaats gemaakt voor een fourwheeldrive. Deze is beter op zijn taak berekend en kan met het grootste gemak de Railsportaanhanger, met een gewicht van rond de 3 ton, transporteren naar de eventlocaties. Hiermee is de veiligheid van mens en materiaal aanzienlijk verhoogd.
De bedrijfslasten
Wanneer we de onvoorziene bate van de zorgverzekeringsactie in 2013 buiten beschouwing laten, dan sluiten de jaren 2013 en 2014 goed op elkaar aan en laten deze jaren een stabiele bedrijfsvoering zien.
De bedrijfslasten van Railsport zijn iets gestegen, m.n. als gevolg van toegenomen personele kosten om de extra werkzaamheden, waaronder de verwerking van de extra inschrijvingen, op te kunnen vangen. De overige kosten zijn nagenoeg gelijk gebleven.
De afschrijvingen
In 2013 is een materialiteitsgrens ingevoerd voor vaste activa van € 3.000,-. Dit heeft in 2013 geleid tot eenmalig hogere (inhaal) afschrijvingen. De afschrijvingskosten laten hierdoor in 2014 een opvallende reductie zien.
De personele kosten
De personele kosten (lonen en en sociale lasten) zijn met 5,45 procent gestegen. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de jaarlijkse CBS-loonindexatie en reguliere schaalverhogingen alsook de extra personele inzet aansluitend op de (extra) werkzaamheden en zwangerschappen.
Het gemiddelde personeelsbestand over het gehele jaar nam toe van 8,55 fte ultimo 2013 naar 8,85 fte ultimo 2014.
De financiering
Railsport kent verschillende financieringsstromen. De belangrijkste is die van onze grootste stakeholder (Sociale Eenheid NS) met een subsidiebedrag van € 752.208 groot.
Daarnaast zijn er geldstromen afkomstig uit bedrijfsactiviteiten met een additioneel karakter. Dit zijn evenementen die in opdracht worden uitgevoerd, waarbij de opdrachtgever alle kosten voor haar rekening neemt.
Aanvullend op onze grootste stakeholder, is er nog een aantal subsidieverstrekkers, waaronder Lloyd's Register Rail Europe, NPC-DHV Rail, Railinfra Opleidingen en Tribase.
Alle financieringsstromen tezamen vormen een netto inkomstenstroom van € 1.183.418 totaal.
Eigen vermogen
Het resultaat van 2014 is ten laste gebracht van de algemene reserve. De reserve komt daarmee op een totaal van € 493.873. Daarmee passend binnen de richtlijn continuïteitsreserve zoals hieronder gesteld.
Code en richtlijn continuïteitsreserve
De brancheorganisatie VFI (Vereniging Fondswervende Instellingen) heeft codes en richtlijnen opgesteld met betrekking tot de basiswaarden van een stichtings-/organisatiedoel: respect, openheid, betrouwbaarheid en kwaliteit. De code 'goed bestuur', ook wel code Wijffels genoemd, is hierin opgenomen. De code gaat over het besturen, het houden van toezicht, het afleggen van verantwoording en een goede omgang met alle belangrijke relaties van de stichting (donateurs, vrijwilligers, de begunstigden, enz.). De VFI richtlijnen geven o.a. aan hoe financieel gehandeld dient te worden, waaronder de regeling die gaat over financiële reserves in het algemeen en continuïteitsreserve in het bijzonder.
Een continuïteitsreserve wordt gevormd voor de dekking van risico’s op korte termijn en om zeker te stellen dat de stichting ook in de toekomst aan haar verplichtingen kan voldoen. Voor de continuïteitsreserve is binnen de VFI richtlijnen een maximum gesteld van 1,5 maal de jaarlijkse kosten van de werkorganisatie.
De reserve moet zijn gebaseerd op een analyse van de specifieke risico’s en de periode waarvoor de instelling deze wil afdekken. Daarnaast moet de instelling vooraf vastleggen welke maatregelen zij neemt om deze risico’s te beheersen of uit te sluiten. Deze analyse moet worden bekrachtigd door het bestuur of de raad van toezicht van de instelling.
Transparantie
Als relatief kleine onderneming met een belangrijke dienstverlenende en ondersteunende rol in de omgeving van de Nederlandse spoorwegbedrijven onderschrijft Railsport het belang van openheid en transparantie.
Railsport hanteert hiertoe een (financieel) controlesysteem, bedoeld om het risico van het niet behalen van de bedrijfsdoelstellingen dan wel dat deze in financiële zin worden overschreden, te beperken. Risico en realisatiebeoordelingen vormen dan ook een integraal onderdeel van de kwartaal- en eindejaar bijeenkomsten tussen bestuur en directie.
De financiële uitkomsten worden jaarlijks getoetst door een externe accountant en vastgesteld door het bestuur. Vervolgens worden de jaargegevens ter rekening en verantwoording gepresenteerd aan de directie van NS Personeel en Organisatie.